- Het jaar 2025 belooft een op z’n minst uitdagend te worden voor de Nederlandse autobranche, maar CEO Anne Brons van BMW Nederland maakt zich niet echt zorgen.
- “BMW doet het anders dan de rest. We zijn ongelooflijk eigenwijs en wij kunnen redelijk makkelijk zelfstandig onze koers verleggen, als het nodig is”.
- Wat er dan zo anders gaat? Dat vertelt Brons in gesprek met Business Insider Nederland.
- Lees ook: Als de waterstofauto geen toekomst heeft, waarom zetten autofabrikanten er nog steeds op in?
Het jaar 2025 belooft op z’n minst uitdagend te worden voor de autobranche. Alle autofabrikanten hebben te maken met minder vraag naar elektrische auto’s.
Verder is het spannend wat de gevolgen zijn van door de Europese Unie ingestelde importheffingen op elektrische auto’s uit China, gelet op de toenemende concurrentiedruk uit datzelfde land.
En in Nederland maakt de overheid de elektrische auto aanzienlijk minder aantrekkelijk door het afschaffen van subsidies en het verhogen van belastingen.
Doemdenkers zullen daarom zeggen dat de branche de handen mag dichtknijpen als er überhaupt nog enkele tientallen vierwielers verkocht worden. De kans is immers groot dat veel automobilisten aankomend jaar niet zien als de tijd om in een nieuwe auto te stappen, en nog wel een jaartje doorrijden tot de situatie wellicht wat beter is geworden.
Met andere woorden: volgend jaar wordt door de zure appel bijten voor Nederlandse autoverkopers.
Toch lijkt er een uitzondering op de regel: BMW. Het Duitse premiummerk boert, ook in de moeilijke markt van dit jaar, best goed. Zeker op het gebied van elektrische auto’s. In de zomermaanden verkocht het er meer van dan koploper Tesla.
Ook in Nederland vergroot BMW zijn marktaandeel, terwijl de algehele markt een dalende lijn laat zien.
Het is dan ook niet meer dan logisch dat je je afvraagt hoe dat kan en of men bij BMW de toekomst net zo negatief inziet als de andere merken doen voorkomen.
“Ik ben heel relaxed”, zegt CEO Anne Brons tegen Business Insider Nederland. “Als ze morgen de elektrische auto in de ban doen, dan draaien we aan de knoppen. We leveren alle aandrijflijnen en kunnen bij de fabriek aangeven dat ze de productiemix aanpassen.”
Flexibele strategie laat keuze bij klant
Met het ‘draaien aan de knoppen’ doelt Brons op de flexibele strategie die het merk voert, waarbij het de keuze voor de aandrijflijn van een auto bij de klant laat. Het merk kan een groot gedeelte van de auto’s voorzien van een brandstofmotor, een Plug-in Hybride aandrijflijn of volledig elektrische aandrijving. Daarmee bepaalt de klant waar hij of zij mee wil rijden.
Naast het overduidelijke voordeel van kunnen leveren wat de klant wil op het gebied van aandrijving, kleeft er nog een belangrijk pluspunt aan de strategie: het zorgt er ook voor dat een BMW, ongeacht de gekozen aandrijflijn, een herkenbare BMW is.
“Ik roep altijd gekscherend: ‘niemand heeft zin om een zetpil te kopen’, een auto moet ook een beetje mooi zijn”, lacht Brons. “We zien dat het grootste gedeelte van onze klanten het fijn vindt om toch een herkenbare auto te hebben. Auto’s waar niet vanaf spat dat het een elektrische of een diesel is. Iemand kan bij ons een 5 Serie-diesel rijden, waarvan de buurman denkt dat het een i5 is.”
Maar ondanks deze in Duitsland bedachte strategie die in Nederland ook goed lijkt te werken, is BMW niet immuun voor invloeden voor buitenaf. Het merk heeft ook in ons land te maken met de verhoogde importheffingen op auto’s uit China, waar de elektrische BMW iX3, MINI Cooper en MINI Aceman gemaakt worden.
“Voor de BMW iX3 is het geen probleem. Dat is een uitlopend model. Daarvoor komt de ‘Neue Klasse’ volgend jaar in de plaats. Voor de MINI-modellen is het anders. Maar daarvan heeft Duitsland besloten de heffingen te slikken. Daardoor maken we op die auto’s geen winst meer, maar boeken we een verlies”, legt Brons uit.
Toch was ook de Nederlandse CEO positief gestemd dat BMW Group besloot een verlies te nemen op de nieuwe MINI-modellen. “Het zijn nieuwe modellen en die moeten op gang geholpen worden. Dan helpt het niet om de prijs te verhogen. Ik verwachtte ergens wel dat ze dat gingen doen en was dan ook tot de tanden bewapend met tegenargumenten om de discussie aan te gaan, maar voordat ik dat kon doen kwamen ze zelf al met de uitspraak”, zegt Brons terwijl hij met zijn vuisten omhoog zit.
“Maar goed, het zijn wat dat betreft hectische tijden en ik denk dat we bij BMW gewoon de zaken goed voor elkaar hebben.”
De economie is belangrijker dan wat de overheid doet
Aan de andere kant maakt Brons zich allesbehalve druk over hetgeen de Nederlandse overheid doet. “Wat ik veel belangrijker vind, is dat de economie goed draait. Dat we gewoon economische groei hebben, of in ieder geval boven de nullijn blijven en geen recessie hebben. Die factoren hebben veel meer invloed op ons”, stelt Brons.
“Een BMW is natuurlijk een bovengemiddeld kostbare auto, dus er moet financieel de ruimte voor zijn, maar het is óók een waardevaste auto wat uiteindelijk de ‘total cost of ownership’ drukt. Het maakt onze zakelijke rijders wat minder gevoelig voor de economie. Maar als het echt minder gaat, dan rijden ze even nog een jaartje door. En ja, dat heeft veel meer impact dan zo'n overheid die experimenteert met een procentje bijtelling meer of minder.”
Onder leiding van Brons probeert BMW Nederland zo nuchter mogelijk de markt te bekijken en aan te vliegen. Het is volgens de CEO niet alleen naar cijfertjes kijken en de papieren analyseren, maar ook de motivatie van zijn team om, zoals hij het zegt: “de laatste auto uit de markt te halen.”
Dat kan niet door je blind te staren op cijfers, daar is ook gevoel en lef voor nodig. Waarom? Omdat BMW Nederland ongeveer anderhalf jaar van tevoren al auto’s moet bestellen bij de fabrieken. Het plan moet dan in de basis staan, waarna het wel mogelijk is om deze te finetunen. Ofwel het ‘draaien aan de knoppen’ dat Brons eerder zei.
Het is dus een risico om in te zetten op een specifiek model, omdat je het gevoel hebt dat die wel gaat werken in ons koude kikkerlandje. En dat dat niet altijd helemaal feilloos loopt, bevestigt Brons ook. In samenwerking met Duitsland probeerde hij een speciale versie van de iX1 te ontwikkelen die prettig geprijsd binnen de SEPP-subsidie zou vallen.
“Hoewel we daar hard aan gewerkt hebben, waren we niet snel genoeg. We waren te laat met de introductie van het model. De subsidiepot was al leeg”, zegt Brons.
Duurzaamheid is belangrijker dan ingeschat wordt
Naast het hebben van de juiste auto’s op het juiste moment, denkt Brons dat duurzaamheid belangrijker is dan we wellicht denken. Het gaat volgens hem bijvoorbeeld verder dan alleen het gebrek aan uitstoot van de auto zelf, ook de productie van de vierwieler moet milieuvriendelijker. Het is geen geheim dat BMW hier actief aan werkt en dat het steeds meer gerecyclede materialen in de auto’s gebruikt.
“Ik zie het wel gebeuren dat er op enig moment naast de consumentenprijs aangegeven wordt dat de auto voor een bepaald percentage uit gerecyclede materialen bestaat. Dat je weet dat er niet veel extra uit de aarde is gehaald om de auto te bouwen”, legt de CEO uit.
Tegelijk ziet Brons ook de uitdaging erin: “Dat is natuurlijk mooi, maar dan moet je ook de hele toeleveranciersketen en de recycleketen verduurzamen. Dus BMW - als voorloper - zeult eigenlijk ook een hele industrie mee die richting op. Maar dat moet ook gewoon."
"Je kunt in de toekomst niet op dezelfde voet materialen uit de aarde blijven halen. Die verantwoordelijkheid kunnen we natuurlijk omzetten in een concurrentievoordeel, maar uiteindelijk is het ook op lange termijn gewoon voor de hele industrie, denk ik, noodzakelijk.”
Tot slot denkt Brons dat de consument voor de aankoop van een elektrische auto ook beter voorgelicht moet worden over elektrisch rijden.
“Dealers moeten kennis paraat hebben als er een bestaande klant de showroom binnenkomt voor onderhoud aan zijn auto en kijkt naar, bijvoorbeeld, een jong gebruikte BMW i4. Als hij dan vragen heeft over elektrisch rijden en de verkoper kan de voordelen niet goed toelichten, dan is het natuurlijk makkelijker om de brandstofauto te verkopen die ernaast staat”, verklaart hij.
Maar ook de technologie in de auto’s zou nog wel iets beter kunnen. “Ik rij zelf de i7 elke dag op en neer vanuit Zaltbommel, waar ik woon. Ik vind het een geweldige auto. Hij stuurt zichzelf binnen de lijnen en is heel erg stil. Maar als er dan toch nog een ding is, dan zou ik graag minder willen laden en als ik dan moet laden, zou het nog sneller mogen”, stelt hij.
“Ik denk dat we daar wel komen, dat er meer actieradius uit de accu’s kan komen. Misschien met iets van een solid state-accu of iets dergelijks. We werken er zelf ook aan. Met de Neue Klasse bijvoorbeeld. Die heeft 30 procent meer actieradius en kan 30 procent sneller laden.”
Waterstof heeft ook een toekomst
Hoewel de nabije toekomst om de batterij-elektrische auto draait, is Brons ook al bezig met een verdere toekomst. Hij staat te popelen om ook met de waterstofauto aan de slag te gaan die BMW in 2028 belooft te introduceren.
Ik geloof in die twee aandrijftechnologieën naast elkaar: batterij-elektrisch en waterstofelektrisch, door middel van een brandstofcel”, zegt hij. “Vanaf 2028 komen we met een productiemodel in een bestaande modellijn. Maar het wordt pas echt interessant als we ook naar kleinere volumemodellen gaan waar we die aandrijving kunnen aanbieden. En als de infrastructuur dan iets verbetert, denk ik wel dat er best wat mensen zijn die dan overstappen.”
Met die Neue Klasse en de waterstofauto in het verschiet, ziet Brons de toekomst positief in. “BMW doet het anders dan de rest. We zijn ongelooflijk eigenwijs en wij kunnen redelijk makkelijk zelfstandig onze koers verleggen als het nodig is”, zegt hij.
“De concurrentie is moordend, en het kan zomaar een andere kant op gaan. Maar het is vooral een kwestie van heel hard werken en heel lang volhouden. Daarmee gaan we ons marktaandeel verder uitbreiden en een nog robuustere marktpositie creëren.”